Constructies

Steenachtige constructies

Voor woningscheidende vloeren geldt dat ze, bij voldoende gewicht (massa meer dan 500 kg,' m2) voldoende geluidisolerend werken volgens de norm NEN 100. Bij lichtere vloeren kan de lucht- en contactgeluidisolatie tegenvallen. Bovendien kunnen star aan de vloer verbonden wanden (woning- en kamerscheidende enof gevelwanden) te veel flankerend geluid geven.
Voor isolatieverbetering van steenachtige woningscheidende vloeren komen alleen een goede zwevende dekvloer of een verlaagd plafond in aanmerking. Een zachte vloerbedekking is bij het bestrijden van contactgeluiden uiteraard altijd aan te bevelen.

Houten vloeren

In heel wat oudere etagewoningen worden de woningen van elkaar gescheiden door houten vloeren. Deze vloeren hebben een geringe geluidsisolatie (Ilu= -10 tot -15 dB). Voor verbetering zijn er diverse mogelijkheden, die enigszins afhankelijk zijn van uw situatie en de door u gewenste isolatie. Met eenvoudige voorzieningen zijn geen grote verbeteringen realiseerbaar, maar ze kunnen toch een situatie opleveren die min of meer bevredigend is.
Hoewel bij houten vloeren meer ingrijpende voorzieningen in de meeste gevallen wenselijk zijn, kunnen er diverse redenen zijn waardoor ze niet uitvoerbaar zijn.

Eenvoudige voorzieningen

In de vloer tussen de balken kunnen achter het plafond glaswol of steenwolplaten (8 cm dik, persing minimaal 40 kg m3) worden gelegd. De ruimte in de vloer is bereikbaar door tijdelijk enkele planken of een gedeelte van het plafond te verwijderen. Zorg bij het weer sluiten van de vloer of het plafond dat alle openingen, naden en kieren zorgvuldig worden afgedicht.
Voorts kunt u op de vloer zachtboardplaten (dikte ca. 15 mm) leggen met daarop een loopvloer van stevige hardboard vloerplaten of
multiplex ("underlaymemt"). Kies vervolgens voor een zachte vloerbedekking. Het plafond kan verzwaard worden door gipsplaten rechtstreeks te bevestigen tegen het bestaand plafond zonder luchtlaag (dus geen nieuwe rachels tegen het oude plafond aanbrenqen).

Meer ingrijpende voorzieningen

De hierboven genoemde maatregelen zijn over 't algemeen niet voldoende om een geluidisolatie te realiseren, die aan de huidige woningscheidende eisen voldoet. U moet dan uw toevlucht nemen tot meer ingrijpende voorzieningen. U kunt denken aan een zwevende dekvloer of een vrijdragend verlaagd plafond
Daarnaast kunt u de houten vloer of plafondconstructie verbeteren door verzwaring, hetzij bovenop de vloer, hetzij tussen vloer en plafond
Als de geluidisolatie van een vloer te wensen over laat, wordt nogal eens gedacht aan een extra zwevende vloer op de bestaande vloer. De onderzijde van de vloer wordt dan meestal vergeten. Bedenk hierbij dat het aanbrengen van een extra verlaagd plafond minder bouwkundige bezwaren oplevert dan een extra vloer. Die maakt het o.a. noodzakelijk dat deuren moeten worden ingekort. Voorts moet die extra vloer uiteraard beloopbaar zijn.
Daarvoor moet deze een zekere stijfheid bezitten en worden afgesteund op de onderliggende "oude" vloer. Daardoor ontstaan allerlei ongewenste contacten, die de geluidisolatie beperken.

Deze beperkingen komt u niet tegen bij een plafond, dat alleen maar hoeft te hangen. Daarom noemen wij een vrijdragend plafond onder een betonnen of houten vloer als de meest voor de hand liggende oplossing om de geluidisolatie van een vloer te verbeteren.

Extra plafond

Een extra plafond kan zowel onder een houten (balken)vloer als onder een steenachtige vloer (bijvoorbeeld van beton) worden aangebracht. Het nieuwe plafond wordt bij voorkeur geheel vrij van het bestaande aangebracht. Een spouw van minstens 10 cm is tussen beide plafonds nodig, om effectief te zijn. De afmetingen van de nieuwe plafondhangers (meestal balken) moeten bij een overspanning tot 350 cm minstens 3,8 x 12 cm zijn. Bij grotere overspanningen of bij een meerlagige afwerking (die dus ook zwaarder wordt!) dient u deze maten in overleg met een bouwkundige aan te passen.

Monteer de plafondhangers 0 cm hart op hart, op stalen balkschoenen die u met schroeven en pluggen tegen de wand zet. U kunt de balkschoenen ook op een
balk schroeven: die balk bevestigt u met keilbouten tegen de muur. U kunt de plafondhangers ook opleggen op houten regels. Deze zet u met keilbouten op de wand. Dwars op de plafondhangers schroeft u "rachels" (zie figuur 3 nr 4): dit zijn latten van 20 x 50 mm, 40 cm hart op hart. Hierop legt u glas- of steenwoldekens van 5 cm dikte (zie figuur 3 nr 5). Dwars op die latten (dus evenwijdig aan de plafondhangers), schroeft u latten van 20 x 50 mm, 30 cm hart op hart. (zie


Dan bevestigt u de gipsplaten van minimaal 12,5 mm dik op de latten, met de randen van de platen op de latten. De geluidsisolatie wordt (uiteraard) beter, indien u daarop liefst nog een tweede laag monteert. Dat kunt u echter alleen doen als de plafonddragers voldoende stevig zijn. Wilt u het laten bij een enkele laag, dan voorziet u deze van een laag van 1,5 cm stuc. Versterk de naden tussen de platen met stroken gaas dat hiervoor speciaal is gemaakt. Andere constructiemogelijkheden zijn het gebruik van steengaas of stukadoorgaas met 2 cm stuc, of houtwolcementplaten met een stuclaag van circa 1,5 cm.
Zorg ervoor dat geen geluidlekken ontstaan in naden en bij aansluitingen. U voorkomt deze met het toepassen van kit. Houd er rekening mee dat zo'n vrijdragend plafond al met al toch zo'n 12 cm lager dan het bestaande komt te "hangen". Er bestaan constructies die minder laag zijn, eveneens goed isoleren, maar met veel meer moeite te realiseren zijn. Hiervoor moet het oude plafond geheel worden gesloopt. De nieuwe plafonddragers hangt u dan tussen de bestaande vloerbalken, zonder dat deze de oude balken raken. In dit geval adviseren wij u het nieuwe plafond wat zwaarder uit te voeren, bijvoorbeeld met dubbele gipsplaat of afgestucte houtwol-cementplaten.

Koofconstructie: Het is niet altijd mogelijk om een plafond te verlagen. Bijvoorbeeld wanneer het plafond nauwelijks hoger is dan de ramen: veel ramen lopen door tot vlak onder het plafond. Hier is de koofconstructie een oplossing. Het plafond komt zo laag als mogelijk is. Deze constructie betekent wel een plaatselijke verzwakking in het verlaagde plafond, maar de gevolgen voor de geluidsisolatie blijven beperkt. De naden en kieren moet u zorgvuldig dichtkitten.

Systeemplafonds

Vooral bij renovatie-projecten met houten vloeren en oude stucplafonds worden vaak systeemplafonds toegepast. Deze bestaan uit een metalen frameconstructie opgehangen met min of meer verende beugels aan de onderkant van de bestaande vloer. In deze frame-constructie worden plafond-platen gelegd. De geluidsisolatie van deze totale constructie hangt sterk af van de gebruikte materialen, de wijze van aanbrengen, het oorspronkelijke plafond e.d. en varieert van slecht tot goed. Heeft u zo'n systeemplafond en heeft u geluidhinder dan kunt u allereerst- na het tijdelijk verwijderen van enkele plafondplaten- nagaan of er in het oude plafond grote gaten zijn.
Deze moeten worden dichtgemaakt met gipsplaten. Tussen het oude en nieuwe plafond doet u dikke (tenminste 8 cm) zware (persing tenminste 40 kg/m3) glaswol- of steenwolplaten. De plafondplaten zelf moeten een gewicht hebben van tenminste 10 kg/ m2. Zijn ze lichter, leg dan op de plafondplaten zonder tussenruimte gipsplaten of vervang ze door zwaardere platen.
De metalen frame-constructie moet het extra gewicht natuurlijk wel kunnen dragen.

Het verzwaren van houten vloeren


Het verzwaren van een betonvloer heeft in het algemeen relatief weinig effect op de geluidsisolatie; een betonvloer heeft namelijk zelf al een behoorlijk gewicht. Een houten vloer is veel minder zwaar, waardoor de geluidsisolatie vaak zeer gering is. Door het verzwaren van houten vloer/ plafondconstructies zal een belangrijke isolatie-winst worden geboekt, zowel voor contact- als luchtgeluid. Het effect wordt sterker bij een grotere verzwaring.
Hierna volgen enkele voorbeelden van oplossingen. Maar voor u zware materialen aanbrengt, is het raadzaam eerst een bouwkundige te laten berekenen hoeveel extra gewicht de bestaande vloer kan torsen. Natuurlijk kunt u altijd de vloerbalken versterken

Zand in de vloer

Constructies op de vloer hebben het bezwaar dat de loopvloer omhoog komt. Zand in de vloer heeft het voordeel dat de loopvloer niet hoger komt te liggen. De werkwijze is als volgt. Verwijder de plinten en vloerdelen. Breng stevige ondersteuningslatten aan weerszijden van de balken aan, die u met bouten (in de vorm van draadeinden) door de balk heen vastzet Leg op het (oude) plafond 5 cm dikke glas- of steenwoldekens Vervolgens maakt u tussen de balken een vloertje voor het zand van multiplex of stevig houtwolcementplaat. U kunt hiervoor ook de oude vloerdelen gebruiken als u voor een nieuwe loopvloer kiest. Over dit tussenvloertje legt u bouwfolie van 0,2 mm dikte. Voor een goede afdichting legt u de folie over de balken heen.
Druk de folie goed in de hoeken vast, gebruik eventueel wat lijm of kit om het vast te zetten. Stort op de folie minstens 3 cm droog zand. Leg op het zand nog 5 cm dik glas- of steenwol. Tenslotte brengt u de vloerdelen weer aan. Hierbij kunt u het principe van de zwevende vloer volgen, zoals in de tekening is aangegeven. Deze wordt aangebracht op het tussenvloertje voor het zand.
Alvorens het zand wordt gestort, worden ter weerszijden van de balken latten gelegd van tenminste 3 cm dikte, zodat ze boven het zand uitsteken. Op die latten lijmt u stroken van 2 cm dik bouwvilt.
Daarop legt u latten, die u vrij houdt van de balken (minstens 5 mm) en die dik genoeg zijn om een speling van ca. 10 mm tussen loopvloer en draagbalken te realiseren. Uiteraard heeft u bij het aanbrengen van de ondersteuningsklampen voor het tussenvloertje rekening gehouden met de gehele opbouw van de constructie. Bevestig de loopvloer, zodanig dat de spijkers in geen geval in het vilt steken.

Zwevende dekvloer

Een zwevende dekvloer kan in principe de geluidsisolatie van zowel een houten, als een betonnen vloer verbeteren. Bij een betonvloer gaat het dan eigenlijk voornamelijk om het verbeteren van de contactgeluidisolatie. Bij een harde vloerbedekking zijn contactgeluiden (lopen met harde zolen of hakken, schuivend meubilair, vallende voorwerpen) duidelijk in de buurwoning hoorbaar. Een goed uitgevoerde zwevende vloer vermindert dit soort geluid. De hierna aangegeven constructies kunnen zowel op beton als hout worden aangebracht.

Zwevende vloer van hout

Plaats houten balkjes van minimaal 4 x 4 cm op stroken bouwvilt van 2 cm dik: bij een betonvloer op 60 cm afstand en bij een houten vloer exact boven de vloerbalken. Het is noodzakelijk de balkjes waterpas te stellen met stukjes board en dergelijke. Houdt het materiaal wel met vilt vrij van de wanden. De vulstukjes schuift u onder het vilt.
U zet ze vast met wat constructielijm. Het vilt zet u op de ondergrond vast met dotten lijm of kit en de balkjes daarmee op het vilt. Tussen de balkjes legt u minerale wol .

De nieuwe loopvloer moet u vrijhouden van wanden en bijvoorbeeld cv-leidingen. U doet dit met 1 cm dik vilt of minerale wolplaat. Met plukken minerale wol kunt u ook de doorvoer van cv leidingen opvullen (goed aandrukken).
U maakt de vloer daarmee kierdicht. Bij een houten vloer is het nodig deze eerst met hardboard (onder de viltstroken) te bedekken, indien u een nieuwe loopvloer van vloerdelen wilt. (Draag dan wel zacht schoeisel! ). Het is ook mogelijk de nieuwe vloer te maken van (cementgebonden) spaanplaat of multiplexplaten ("underlayment"). Houd er rekening mee dat de nieuwe vloer ongeveer 8 cm hoger komt dan de oude. Met dit type dekvloer kan ook op de begane grond (tussen twee eengezinswoningen bijvoorbeeld) contactgeluid worden geweerd. Het is bij een begane grondvloer belangrijk dat u een goed afsluitend dampscherm bevestigt, vanwege de warmte-isolerende werking van de minerale wol. Gebruik daarom mineraalwol met een dampremmende laag aan de bovenzijde. Zorg dat de vloer aan de koude kant kan blijven ademen.

Natte zwevende dekvloer

Een goed gelegde zwevende dekvloer van beton (een zogenaamde natte zwevende dekvloer) isoleert met name loopgeluid bijzonder effectief op een stenen draagvloer; bij een houten ondervloer zal i.v.m. de optredende loopgeluiden toch vaak nog een zachte vloerbedekking moeten worden gekozen of zacht schoeisel moeten worden gedragen. De luchtgeluidisolatie van een houten vloer verbetert aanzienlijk (tenminste 10 dB). De dekvloer wordt aangebracht op "zwaluwstaartplaten" van 16 mm hoog. Informeer naar deverwerkingsadviezen bij de leverancier van de platen. Let er op dat u--indien nodig--de vloerbalken versterkt.
Als de vloer oneffen delen vertoont van meer dan 5 mm, zult u de vloer eerst moeten uitvlakken, bij een betonnen draagvloer met cement, bij een houten vloer met hardboard. Bij vloerenbedrijven vindt u ook uitvlakmiddelen. Kleef tegen de muren rondom stevige minerale wolplaat van 1 à 1,5 cm dik en circa 10 cm hoog. Sluit dit goed aan.
Bevestig die minerale wol ook rond cv-buizen, rond afsteuningen van de cv op de vloer, bij kolommen en bij alle andere starre opgaande delen die direct in contact staan met de vloer.

Zwaluwstaartplaten: Het op maat maken van zwaluwstaartplaten is een secuur werkje: teken op de vloer aan waar de kopse uiteinden en kopse overlappingen komen. (De kopse kant ziet u als u met de gleuven meekijkt). Zorg er voor dat deze kopse kanten 50 tot 100 mm overlappen, de langskanten circa 20 mm. Als de platen goed passen, nummer ze dan voordat u ze voor de volgende klus weghaalt. Leg met wat kit dwars op de vloerdelen 10 cm brede stroken minerale wol van platen die speciaal voor zwevende dekvloeren worden gemaakt. (Rockwool heeft ze van 19 mm dik of Isover van 25 mm dik). Deze stroken legt u op de plankenvloer om de 50 cm. Onder de kopse uiteinden van de zwaluwstaartplaten en bij de kopse overlappingen legt u natuurlijk ook stroken minerale wol. Tussen de stroken legt u een 2 cm dikke mineraalwoldeken van lichte persing.
Vervolgens legt u (de aanwijzingen van de fabrikant nauwkeurig volgend) de zwaluwstaartplaten neer met de voorgeschreven overlappingen: de gleufrichting van de platen dwars op de stroken minerale wol (dus met de planken mee). Leg de platen tot tegen de minerale wolstroken, die tegen de wanden opstaan. Dit is belangrijk als ondersteuning en wapening van het beton.

Bekisting en spijkerklosjes: Waar de dekvloer wordt begrensd, dus bij deuren en dergelijke, maakt u vooraf een bekistingsrandje tot vloerhoogte
(figuur 8). Om te voorkomen dat de beton aan de bekisting hecht, gebruikt u een strookje polyethyleenfolie, tussen beton en het bekistingshout.
Zet de platen vervolgens tijdelijk vast met spijkers om schuiven tijdens de verwerking van betonmortel te voorkomen. Zorg er voor dat de platen goed vlak op de stroken wol liggen en dus nergens in de lucht blijven hangen. Sla de spijkers door trapeziumvormige houten klosjes met de brede kant naar boven. Deze doen dienst als vast punt voor het vlak maken (afreien) van de betonnen deklaag. U haalt de klosjes naderhand makkelijker weg als u ze even invet. De klosjes komen op de bovenflenzen van de zwaluwstaartplaten.
Wij adviseren u speciale bekistingsnagels te gebruiken, met dubbele kop. Zodra het beton is uitgehard haalt u de klosjes weg en vult u de gaten met specie. Zorg er voor dat het beton minimaal 2, liefst 3,5 cm boven de opstaande ribben van de zwaluwplaten uitkomt. Het is goed mogelijk omde zwevende dekvloer in geval van een betonnen draagvloer direct op een veerkrachtige onderlaag te storten. Maar er worden bij dit werk vaak fouten gemaakt, zodat het isolatie-effect uiteindelijk nihil is. Daarom is het beter om ook bij een betonnen draagvloer een dekvloer op zwaluwstaartplaten te maken. Deze platen dienen dan niet als versterking van het draagvlak -daarvoor is de betonnen ondervloer sterk genoeg--maar om het maken van bouwfouten te voorkomen

Betontegels op de vloer

Deze methode is gemakkelijk uit te voeren, maar let er wel op dat de vloer het extra gewicht kan dragen. Reken bij deze methode op een verhoogde vloer van 10 tot 12 cm.

Om de betontegels op uw houten vloer te kunnen leggen moet deze goed vlak zijn. De betontegels kunt u daarom het beste leggen op viltpapier. Leg op de betontegels speciale mineraal-wolplaten voor zwevende vloeren met een dikte van 3 cm. (informeer bij de bouwmaterialenhandel). Daarop legt u een dekvloer van cementgebonden spaanplaat of multiplex ( "underlayment" ) .
Met de beschreven vloerverzwaringen met beton, zand of betontegels en zwevende vloerconstructies bereikt u voor lucht- en

contactgeluid isolatiewaarden, die tenminste voldoen aan de minimum-eisen van NEN 1070. In combinatie met een vrijdragend plafond zijn hogere isolatie-waarden bereikbaar. Overigens kunnen doorlopende wanden en gevels de geluidsisolatie weer beperken.