Vergelijking naar provincies

De steekproef van het onderhavige onderzoek is zodanig getrokken dat deze representatief is voor de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder. Voor kleinere eenheden, zoals provincies, regio's en gemeenten kan de representativiteit niet worden gegarandeerd. Omdat er daardoor vertekeningen in de resultaten kunnen optreden, mogen de bevindingen niet worden gegeneraliseerd naar populaties. De uitspraken hebben derhalve slechts betrekking op de groep van respondenten in de genoemde provincie.

8.2 Provincies onderling vergeleken

Zoals te verwachten is, varieert de erge hinder van verstorende factoren tussen de verschillende provincies.

Geluid

In figuur 8.1 is de erge hinder van de belangrijkste bronnen van geluid weergegeven. De erge hinder van wegverkeer ligt in de range van 16% in de Friese tot 35% in de Utrechtse steekproef. In de meeste provincies ligt de erge geluidhinder van wegverkeer tussen 25-30%.
De tweede belangrijkste bron van geluidhinder, namelijk vliegverkeer, zorgt voor verschillen in hinderpercentages in de provincies. Echter, gezien de spreiding van de diverse grotere en kleinere vliegvelden en het daarbij horende vliegverkeer over het Nederlandse luchtruim, is er slechts in beperkte mate sprake van verschillen tussen provincies. Alleen bij de ondervraagden in Flevoland is een duidelijk verhoogd percentage erge hinder gemeten. Grote provinciale verschillen in geluidhinder van industrie of van buren komen er niet voor.


Figuur 8.1 Erge hinder van de belangrijkste geluidbronnen naar provincies, 1998.

Er is op het niveau van de provincies wat specifieker gekeken naar de brongroepen wegverkeer en vliegverkeer. De hinder die het gemotoriseerde wegverkeer veroorzaakt differentieert zich in de diverse provincies (zie figuur 8.2). Opvallend is de geringere hinder van vrachtwagens in Flevoland, evenals de grotere hinder van bussen in Groningen en in zuidelijk Nederland.


Figuur 8.2 Erge hinder van geluiden van gemotoriseerd wegverkeer, 1998

Dat de hinder van geluiden van het vliegverkeer verschilt tussen de provincies hangt natuurlijk direct samen met de spreiding van verschillende typen vliegvelden en daarmee samenhangend vliegverkeer (zie figuur 8.3). De erge geluidhinder van vliegverkeer concentreert zich voor wat betreft de burgerluchtvaart in Flevoland, Noord- en Zuid-Holland en Limburg. De hinder van militaire vliegtuigen is in het gehele oostelijke deel van het land en in Friesland aanzienlijk.


Figuur 8.3 Erge hinder van geluiden van vliegverkeer, 1998.

In de weergave van erge slaapverstoring (zie figuur 8.4) is het hiervoor geschetste beeld maar deels terug te herkennen. De burgerluchtvaart als bron van erge slaapverstoring is wel duidelijk zichtbaar gebleven, de militaire luchtvaart is uit het plaatje verdwenen.


Figuur 8.4 Erge slaapverstoring door geluiden van vliegverkeer, 1998.

Trillingen

Ook bij de verstoring door trillingen speelt het wegverkeer een belangrijke rol (zie figuur 8.5). De erge hinder ligt in de range van 5-8% in de westelijke en zuidelijke provincies. Uitzonderlijk weinig hinder is geregistreerd bij de steekproef uit Flevoland en Groningen. De rol van het vliegverkeer hierin is, in vergelijking tot geluidhinder, veel meer regionaal bepaald: vooral in Noord-Holland en Limburg wordt door respondenten relatief veel hinder ondervonden door trillingen van vliegverkeer. Het treinverkeer speelt vooral in Utrecht een rol in de erge hinder door trillingen. Verder is er in een aantal provincies sprake van relatief grote hinder door 'andere bronnen': met name Flevoland, Utrecht, Overijssel en Noord- en Zuid-Holland vallen in dat verband op.


Figuur 8.6 Erge trillinghinder naar provincies, 1998.

Geur

Ook bij geurhinder speelt wegverkeer een hoofdrol, waarbij de erge hinder met name optreedt in de randstelijke provincies (zie figuur 8.6). Geurhinder van vliegverkeer speelt alleen in Noord-Holland en Flevoland een rol van betekenis. Agrarische bedrijven zijn vooral in de zuidelijke provincies en Friesland oorzaak van ernstige geurhinder, maar opmerkelijk is ook de relatief grotere hinder in Utrecht. Geurhinder van (industriële) bedrijvigheid varieert tussen 2% in Friesland en 7% in Zuid-Holland.


Figuur 8.6 Erge geurhinder naar provincies, 1998.

8.2.2 Verstoringen in Utrecht

In 1997 heeft een peiling van milieuhinder in de provincie Utrecht plaatsgevonden, in opdracht van de Provincie Utrecht (Van Dongen en Vos, 1998). De gegevens zijn gebaseerd op 1074 respondenten, die telefonisch zijn ondervraagd. Hierdoor is gewerkt met een beperkt aantal antwoordcategorieën, namelijk niet hinderlijk, een beetje hinderlijk, hinderlijk en erg hinderlijk. De Utrechtse gegevens uit de Inventarisatie Verstoringen '98 zijn gebaseerd op 239 respondenten.

In tabel 8.2 is de (erge) hinder van diverse geluidbronnen weergegeven in beide studies. Bij de verwerking tot hinderscores is dezelfde procedure gehanteerd (zie bijlage 6) als voor het onderhavige onderzoek, zodat de hier gepresenteerde cijfers direct vergelijkbaar zijn.
De bevindingen in Verstoringen '98 liggen in grote lijnen hoger dan de hinderscores in de Peiling '97. De meeste verschillen zijn echter statistisch niet significant.
Bij een aantal geluidbronnen is de hinder in het huidige onderzoek beduidend groter. Voor de verschillen in hinder door geluiden van rangeerterreinen en door fabrieken of bedrijven kan de ongelijksoortige vraagstelling verantwoordelijk zijn. Bij een klein aantal bronnen is in dit onderzoek een lagere hinderscore gemeten dan in de Peiling '97. De oorzaken voor deze verschillen zijn onduidelijk. Waarschijnlijk zijn toevalligheden (mede) verantwoordelijk voor de variatie in de bevindingen. Daarnaast kan niet worden uitgesloten dat het verschil in gebruikte onderzoekmethoden (face to face versus telefonisch) enige invloed heeft.

Tabel 8.2 Hinder en erge hinder van geluid in de provincie Utrecht, vergeleken met Peiling Milieuhinder Utrecht '97

Peiling milieuhinder '97 * Verstoringen '98

Hinder en erge hinder

Erge hinder

Hinder en erge hinder

Erge hinder

Wegverkeer max 50 km/uur

Wegverkeer max.60-90 km/uur

Wegverkeer max 100-120 km/uur

Treinen

Rangeerterreinen of spoorwegemplacementen 1)

Trams

Passagiers- en vrachtvliegtuigen

Sport-, zaken- en reclamevliegtuigjes

Burger- en militaire helikopters

Militaire vliegtuigen

Scheepvaart

Motorcrossterreinen etc

Bouw- en sloopactiviteiten

Militaire oefenterreinen etc

Kermissen etc

Disco's etc

Sportvelden etc

Glasbakken

Fabrieken of bedrijven 2)

10

5

7

3

1

0

5

4

9

6

0

2

7

1

2

2

1

3

2

4

3

4

2

0

0

2

2

4

3

0

1

3

1

1

1

0

1

1

24

3

8

8

3

0

8

7

12

12

0

0

4

0

6

1

1

2

1

9

1

3

5

2

0

3

4

5

5

0

0

3

0

1

0

1

1

0

* Peilingen '97: voorgestructureerde antwoordcategorieën 'hinderlijk' en 'erg hinderlijk'

Afwijkende categorieën in Peilingen '97: 1) alleen rangeerterreinen 2) fabrieken of bedrijven

In tabel 8.3 zijn de hinderpercentages voor geur en trillingen opgenomen. Ook hier is sprake van verschillen in hinder, die deels zijn ontstaan uit variërende benoeming van bronnen. Voor de grote discrepantie tussen de percentages voor geurhinder van riolering is geen verklaring voorhanden.
Nogmaals moet worden gesteld dat de representativiteit van de Utrechtse steekproef niet is gegarandeerd, vanwege het feit dat de steekproef landelijk dekkend is gemaakt. Op lokaal niveau kunnen hierdoor afwijkingen optreden, die onder meer zichtbaar kunnen worden in de hinderscores voor de provincie.

Tabel 8.3 Hinder en erge hinder van trillingen en geuren in de provincie Utrecht, vergeleken met

bevindingen in Peiling Milieuhinder Utrecht '97

Peiling milieuhinder '97 Verstoringen '98
Hinder en erge hinder Erge hinder Hinder en erge hinder Erge hinder
Geur

Wegverkeer 1)

Diesellocomotieven 2)

Vliegtuigen 3)

Schepen

Agrarische bedrijven en uitrijden mest 4)

Riolering

Fabrieken en (middenstands) bedrijven 5)

12

1

0

0

7

6

7

5

0

0

0

3

3

4

16

2

8

0

8

19

9

8

1

5

0

5

11

4

Trillingen

Wegverkeer 1)

Treinen

Trams of metro 6)

Vliegtuigen 7)

Schepen

Bedrijven 5)

8

2

0

7

0

1

4

1

0

3

0

0

12

5

0

7

0

1

5

3

0

4

0

0

Afwijkende categorieën in Peilingen '97: 1) apart gevraagd naar maximale rijsnelheden; hier opgeteld; 2) treinen; 3) militaire vliegtuigen; 4) mest of gier; 5) industrie of bedrijven; 6) alleen trams; 7) apart gevraagd voor passagiers/vrachtvliegtuigen, militaire vliegtuigen, burger- en militaire helikopters; hier opgeteld.

8.2.3 Verstoringen in Zuid-Holland

De milieubeleving in Zuid-Holland wordt tweejaarlijks gemonitord in opdracht van de provincie. Voor een vergelijking van gegevens wordt gebruik gemaakt van het onderzoek Milieubeleving Zuid-Holland 1998 (Kamphuis, 1998). De Zuid-Hollandse monitor is gebaseerd op antwoorden van 2370 respondenten, verkregen in face to face gesprekken. De steekproef is niet onwillekeurig (at random) getrokken uit de gehele Zuid-Hollandse bevolking. De nadruk ligt op de Rijnmondregio met daarnaast nog een aantal locaties met een meer dan gemiddelde milieubelasting. De bevindingen zijn veelal gespecificeerd voor de verschillende deellocaties binnen het onderzoek. In het onderhavige onderzoek zijn 898 personen uit Zuid-Holland vertegenwoordigd.

Gevraagd is onder meer naar hinder in de woning of in de woonomgeving, een vraagstelling die is ontleend aan het (voormalig) Doorlopend Leefsituatie Onderzoek van CBS. De mate van hinder kan worden weergegeven in de antwoordcategorieën ja vaak, ja regelmatig, ja soms, nee nooit. Gewerkt is in tabel 8.4 met de samengenomen categorieën vaak, regelmatig en soms in het Zuid-Hollandse onderzoek en de categorieën altijd en soms in het onderhavige onderzoek.
De hinder van industriële geuren en verkeersgeluiden in de Rijnmondregio en in de Zuid-Hollandse populatie van het onderhavige onderzoek is vergelijkbaar. Voor de overige hinderbronnen is in de Rijnmond sprake van (bijna) twee keer zo grote hinderscores. Dit is niet verwonderlijk, gezien het industriële karakter van de Rijnmond en de selectie van de steekproefgebieden (meer dan gemiddeld belaste locaties), vergeleken met het geheel van de provincie Zuid-Holland.

Tabel 8.4 Hinder van verstoringen in de provincie Zuid-Holland, vergeleken met Onderzoek Milieubeleving Zuid-Holland '98.

Milieubeleving Zuid-Holland '98 *

n= 2370 (18+)

TNO '98 *

n=898

(16+)

Rijnmond n=1719 Zwijndrecht

n=120

Dordrecht

n=124

Delft

n=125

Gouda-Z

n=141

Stank van industrie of bedrijven 23 47 15 54 28 20
Stank van verkeer 24 20 30 30 22 13
Lawaai van auto's, motoren of brommers 1) 43 67 58 58 45 46
Lawaai van industrie of bedrijven 12 33 9 16 2 6
Stof van industrie of bedrijven 26 38 17 22 7 7
Lawaai van vliegtuigen 31 - - - 19
* Milieu-monitor Z-Holland '98: samengenomen 'vaak, regelmatig en soms' hinder; TNO'98: samengenomen 'altijd en soms' hinder

** Rijnmond: representatief voor de Rijnmond regio

1) in Milieubeleving Zuid-Holland omschreven als: lawaai van verkeer

In tabel 8.5 is een aantal aspecten die de leefbaarheid van de woonomgeving (kunnen) bepalen weergegeven. De gemiddelde rapportcijfers (0 = zeer slecht, 10 = uitmuntend, vraag J1) liggen in het onderhavige onderzoek steeds hoger dan in (elk van de locaties van) de Zuid-Holland monitor, dat wil zeggen dat een meer positieve beoordeling wordt gegeven. Daartegenover staat dat het percentage met 'onvoldoende' score (5 of lager) in het onderhavige onderzoek steeds even hoog (of zelfs hoger) ligt als in de slechtst scorende locatie van de Zuid-Hollandse milieumonitor.

Tabel 8.5 Leefbaarheidsaspecten in de provincie Zuid-Holland, rapportcijfers vergeleken met Onderzoek Milieubeleving Zuid-Holland '98.

Milieubeleving Zuid-Holland '98 *

n= 2370 (18+)

TNO '98 *

n=898

(16+)

Rijnmond** n=1719 Zwijndrecht

n=120

Dordrecht

n=124

Delft

n=125

Gouda-Z

n=141

Geuroverlast gemiddelde score

% onvoldoende ***

7,0

15%

6,6

23%

7,6

5%

6,3

31%

7,3

9%

7,8

31%

Fabrieksgeluid gemiddelde score

% onvoldoende

7,7

8%

6,9

17%

8,3

3%

8,0

2%

7,9

4%

9,2

17%

Verkeersgeluid Gemiddelde score

% onvoldoende

6,5

24%

5,8

34%

6,4

28%

6,1

37%

6,9

18%

7,2

40%

Stofneerslag van industrie Gemiddelde score

% onvoldoende

7,0

19%

6,6

22%

7,8

10%

7,3

14%

7,7

5%

8,4

29%

* Milieumonitor Z-Holland '98: gevraagd naar rapportcijfers 1-10 ; in onderhavige onderzoek schaal 0-10 met gelabelde extremen;

** Rijnmond: representatief voor de Rijnmond regio

*** % onvoldoende: score 5 of lager

Tevredenheid met woonomgeving
Gevraagd is de tevredenheid met de woonomgeving te beoordelen, in dit onderzoek door een 11 puntsschaal van helemaal niet tevreden tot heel erg tevreden, in het Zuid-Hollandse onderzoek met een gelabelde vijfpuntsschaal van ontevreden tot buitengewoon tevreden.
In het Zuid-Hollandse onderzoek is de tevredenheid met de eigen woonomgeving over het algemeen groot: 51% is buitengewoon of zeer tevreden, 11% is niet zo tevreden of ontevreden.
In het inventarisatieonderzoek is door 11% van de respondenten uit Zuid-Holland 'ontevreden' gescoord (5 of minder), 'zeer tevreden' (8-10) door 48%. Deze verdeling lijkt derhalve sterk overeen te komen met die uit de Zuid-Hollandse milieumonitor.