5.3 Trillingen en laagfrequent geluid
Vanwege de relatie tussen de beleving van laagfrequent geluid aan de beleving van trillingen, wordt in de subparagraaf 5.3.2 aandacht besteed aan laagfrequent geluid.
5.3.1 Trillingen
Waarneming
De belangrijkste bronnen van trillingen in de woonomgeving zijn wegverkeer, luchtvaart, railverkeer,
scheepvaart, bedrijven en natuurlijke bodembewegingen. Ook kunnen trillingen worden
waargenomen zonder dat bekend is welke bron daarvoor verantwoordelijk is.
Het wegverkeer is veruit de belangrijkste bron van trillingen. Ongeveer een op de drie ondervraagden
voelt wel eens trillingen door wegverkeer, voor het merendeel dagelijks of minstens 1x per week.
Ook trillingen van vliegtuigen worden door een relatief grote groep (17%) waargenomen, maar de
waarneming is grotendeels minder vaak. Trillingen door andere menselijke activiteiten worden door
15% waargenomen; onbekend is welke specifieke activititeiten hieronder kunnen worden geschaard.
Voor de overige bronnen geldt dat trillingen door ten hoogste 5% wordt waargenomen.
Hinder
Figuur 3.4 geeft een overzicht van de hinder en erge hinder van bronnen van trillingen.
Wegverkeer is de bron die de meeste trillingshinder veroorzaakt, namelijk bij 12% van de
ondervraagden, waarbij inbegrepen 5% in erge mate. Trillingen van vliegtuigen zorgen voor hinder
bij 8%, waarvan de helft in erge mate gehinderd wordt. Relatief weinig respondenten ondervinden
hinder door trillingen van bedrijven, treinen en onbekende bronnen. In de steekproef is de hinder
door trillingen van schepen, trams of metro en bodembewegingen nagenoeg nihil.
In zijn totaliteit wordt 24% van de populatie gehinderd door trillingen van één of meerdere bronnen.
De helft daarvan heeft erge hinder van de trillingen.
Er hebben zich sinds 1993 geen wijzigingen voorgedaan in de beleving van trillingen door de
specifieke bronnen.
Figuur 3.4. Hinder en erge hinder van trillingen.